Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed
Natuur steeds slechter door optoppen van beleid
- Verslag bijeenkomst: Natuur steeds slechter door optoppen van beleid
- Georganiseerd door: Stichting Agri Facts (STAF)
- Datum: 24 februari
- Locatie: Donkerbroek
Op deze door STAF (Stichting Agri Facts) georganiseerde bijeenkomst stonden de effecten van het optoppen van beleid op de natuur centraal. Met bijdragen van verschillende experts en sprekers werd kritisch gekeken naar de manier waarop de Nederlandse overheid natuurverslechtering definieert en meet. Twee leden van Boermarken, Gerrit Hegen en Wim Scholten, leverden een waardevolle bijdrage aan deze discussie.
Opening en inleiding
De avond werd geopend door Frans van de Lindeloof, die de aanwezigen welkom heette en het programma introduceerde. Vervolgens nam Geesje Rotgers van het redactieteam STAF het woord voor de hoofdlezing. Zij werd bijgestaan door Boermarkeleden Gerrit Hegen en Wim Scholten, die hun expertise deelden over bodemgesteldheid en vitaal platteland.
Fotoverslag bijeenkomst: Natuur steeds slechter door optoppen van beleid
De werkelijke staat van de natuur
Recent gepubliceerde gegevens van het Ministerie van LNV tonen een verslechtering van stikstofgevoelige natuur. Dit is opvallend, aangezien eerdere trends stabiliteit of verbetering aangaven. Uit de analyse van STAF blijkt dat deze verslechtering grotendeels wordt veroorzaakt door beleidsmatige aanscherpingen, in plaats van daadwerkelijke achteruitgang in het veld. In Nederland worden de eisen systematisch aangescherpt, waardoor natuurgebieden niet meer voldoen aan de gestelde normen.
Bodemmonsters en natuurkwaliteit
STAF voerde deze winter een onderzoek uit naar de kwaliteit van bodems in natuurgebieden in heel Nederland. Hieruit bleek dat veel bodems te arm zijn geworden door verschralend beheer, waardoor gewenste plant- en diersoorten verdwijnen.
Wim Scholten, werkzaam bij Eurofins Nederland, presenteerde de eerste bevindingen van dit bodemonderzoek. Hij benadrukte het belang van een gezonde bodemstructuur voor biodiversiteit en stelde dat verschraling juist leidt tot een afname van biodiversiteit. Ook wees hij op de rol van bodemchemie en de noodzaak van een optimale pH-waarde voor gezonde plantengroei. In de landbouw wordt hiervoor bekalking toegepast, terwijl natuurorganisaties dit nalaten.
Vitaal platteland en de rol van de bodem
Gerrit Hegen ging in op het belang van een vitaal platteland en benoemde zes cruciale factoren:
- Waterhuishouding
- Bodemstructuur
- Beworteling
- Organische stof
- Bodemleven
- Bodemchemie
Hij pleitte voor een integrale aanpak waarin de bodem centraal staat. In tegenstelling tot natuurorganisaties, erkennen boeren dat de bodem voedingsstoffen nodig heeft voor een gezond ecosysteem. Hij gaf als voorbeeld hoe in beekdalen ijzerhoudende grond wordt afgegraven, wat leidt tot een afname van biodiversiteit. Volgens Hegen zouden natuurorganisaties beter onderwijs moeten krijgen over grondgebruik.
Voorbeelden van beleidsmatige verslechtering
STAF presenteerde drie concrete voorbeelden waarin beleidskeuzes leiden tot een schijnbare verslechtering van de natuurkwaliteit:
- De Amerikaanse rivierkreeft eet waterplanten op, wat wordt toegeschreven aan stikstof.
- Het herstel van hoogvenen mislukt door beheerfouten in het grondwaterpeil, niet door stikstof.
- Overgangs-trilveen wordt vernietigd door vraat van de groeiende ganzenpopulatie, een probleem dat niet wordt erkend in de stikstofdiscussie.
Ook werden voorbeelden gegeven van soorten die mogelijk kunstmatig zijn geïntroduceerd, zoals het pimpernelblauwtje en de oostelijke witsnuitlibel, waarvoor miljoenen euro’s zijn geïnvesteerd in natuurherstelprogramma’s.
De rol van de Ecologische Autoriteit
Een belangrijke conclusie van de bijeenkomst was dat de Ecologische Autoriteit (EA) een rol speelt in het legitimeren van het optoppen van beleid. De EA:
- Baseert zich te veel op rekenmodel Aerius, terwijl het kabinet zelf stelt dat dit model vervangen moet worden.
- Negeert EU-richtlijnen en laat trendbreuken ontstaan door beleidsmatige verscherping.
- Keurt het optoppen van beleid door provincies goed zonder objectieve toetsing.
De aanwezigen concludeerden dat de Ecologische Autoriteit haar rol als onafhankelijke beoordelaar niet goed vervult en te veel meegaat in politieke keuzes.
Conclusies en aanbevelingen
De belangrijkste conclusies van de avond:
- Veel verslechteringen zijn beleidsmatige artefacten en worden niet als zodanig benoemd.
- Nederland wijkt structureel af van EU-richtlijnen en voert strengere eigen methoden in voor natuurbeoordeling.
- Natuurkwaliteit wordt in toenemende mate bepaald door meetmethoden en beleidskeuzes in plaats van door de werkelijke staat van de natuur.
- De Ecologische Autoriteit zou het natuurbeleid terug naar de realiteit kunnen brengen, maar doet dit momenteel niet.
Aanbevolen werd om natuurbeleid te baseren op:
- EU-richtlijnen en handleidingen.
- Feitelijke metingen in het veld, zoals bodemonderzoek.
- Een evenwichtige benadering waarin natuur en landbouw samenwerken.
Afsluiting
De bijeenkomst werd afgesloten met een levendige discussie waarin werd benadrukt dat feitelijke data en metingen in het veld belangrijker zouden moeten zijn dan theoretische beleidsmatige modellen. De aanwezigen waren het erover eens dat er behoefte is aan een realistischer natuurbeleid, gebaseerd op werkelijke observaties en wetenschappelijk onderbouwde gegevens.